Fulvic, Mest, PHC
Alleen plantaardige meststoffen, nuttige bodemschimmels en bacteriën maken planten weerbaar. Zij zorgen voor een gezonde bodem. De beste gewasbescherming komt vanuit de plant zelf. Als die gezond is, is die ook weerbaar. Plantaardige meststoffen van PHC zijn dan ook het antwoord op kunstmest. Feit is dat wie meer kunstmest gebruikt ook meer bestrijdingsmiddelen gebruikt.
Planten nemen organische stof, aminozuren en humine op via de plantencellen. Dit betekent dat de grootte van meststof kleiner moet zijn dan 4 micron. Dat is net zo groot als een bacterie. PHC ontwikkelde een volledig natuurlijke meststof die aan die eis voldoet en dus je plant kan helpen.
De overstap van kunstmest naar natuurlijke mest kan op elk moment in elke teelt. Gewoon beginnen met OPF 7-2-3. De plant neemt de spore-elementen en aminozuren van deze natuurlijke bladbespuiting prima op. Ook bij gebruik van dierlijke mest in combinatie met minerale meststoffen is OPF 7-2-3 goed te gebruiken. De plant wordt er alleen maar gezonder van.
Als strooibare meststof is OPF 11-0-5 een nuttige aanvulling op aminozuren en organische stikstof. Ook is het mengbaar met potgrond voor potplanten. OPF 11-0-5 is een perfecte overgangsmeststof om het synthetische stikstofgehalte geleidelijk af te bouwen en organische bemesting op te bouwen.
De organische basis van OPF bestaat uit plantaardige reststromen met natuurlijke suikergehaltes. Het gebruik van enkel plantaardige ingrediënten zorgt voor een laag zoutgehalte. Hierdoor is er geen risico op verbranding.
PHC complete meststoffen bevatten 100 procent plantaardige aminozuren. Dat maakt ze geschikt voor gewassen die uitgebalanceerde bemesting nodig hebben. De plantaardige voedingsstoffen slaat de plant op in organische stof. Hierdoor is de afgifte gecontroleerd. Juist dat effect voorkomt uitspoeling.
Op YouTube staat een filmpje dat laat zien hoe belangrijk het is om in onbewerkte grond te telen. Bewerkte grond met kunstmest veroorzaakt namelijk bodemerosie. Een wereldwijd probleem.
Het filmpje toont het verschil tussen een bodemmonster uit een chemisch bemeste en geploegde akker (links). Rechts zie je een bodemmonster van een onbewerkt deel van dezelfde akker.
Beide bodemmonster liggen in normaal regenwater. In de proef wordt het verschil gelijk duidelijk. Het water met het bodemmonster uit de chemisch bemeste akker wordt troebel. Door de kunstmest vallen de organische stoffen en mineralen uit een. Dat resulteert in losse grond.
Dat gaat anders dan met het bodemmonster uit de onbewerkte grond. Hier blijft het water helder. Dat komt omdat in onbewerkte grond mineralen en organische stof juist gebonden blijven. Dat is goed voor de vruchtbaarheid en voorkomt erosie. Kijk hier voor de Proef verticale bodemerosie.